Voorwoord Jezus ontdekken

Ik weet niet waarom je dit boek in je handen hebt genomen om het te gaan lezen. Ik weet wel waarom ik het geschreven heb.

Ik heb het geschreven omdat ik er naar verlang dat jij Jezus leert kennen op een manier die je misschien niet voor mogelijk had gehouden. Ik heb het geschreven omdat ik vermoed dat je iemand bent die wel van harte gelooft maar het soms moeilijk vindt om een persoonlijke relatie met Christus te ervaren. Ik heb het geschreven om Jezus Christus aan je voor te stellen op zo’n manier dat jij zelf ook niets anders wilt dan hem centraal stellen in je leven.

Dit boek is dus geschreven vanuit een verlangen. Maar het schrijven was ook een daad van gehoorzaamheid. God de Vader is zo trots op zijn Zoon dat hij alles aan hem heeft gegeven en dat hij tegen heel de wereld zegt: ‘Kijk naar hem, luister naar hem, naar mijn Zoon, mijn intens beminde kind, in wie ik al mijn vreugde vind.’ Dit boek is bedoeld als een hulpmiddel bij dat kijken en dat luisteren. En ik bid dat de Geest van God je hart opent en dat hij je Jezus laat zien, de Christus, Gods Zoon, de Heer van het heelal en de Heer van je hart.

Ik ben me er daarbij heel goed van bewust dat dit kleine boek op geen enkele manier recht kan doen aan de grootheid van Christus. Hij is zo overweldigend dat de wereld de boeken niet zou kunnen bevatten die over hem geschreven zouden moeten worden om hem volledig voor ogen te schilderen. Ik kan niet meer doen dan iets van wat ik zelf mocht ontdekken met je delen. Daarbij speelt vooral het Nieuwe Testament een grote rol. Niet omdat ik geloof dat je Jezus niet kunt leren kennen uit het Oude Testament. Wel omdat de openbaring van Gods Zoon in het Nieuwe Testament directer en voller is. En als je goed oplet, zul je zien dat ik ook nog weer een grote voorkeur heb voor het evangelie van Johannes en voor de brieven van Paulus.

Ik heb gekozen voor de vorm van een 33-dagenboek. Ik kies voor die 33 dagen als herinnering aan het aantal jaren dat de Jezus als mens op aarde leefde. Waarom leefde hij eigenlijk 33 jaren, en niet 20 of 73 of 40? Ik weet het niet. God neemt de tijd die hij nodig vindt. En dat is voor ons lang niet altijd te verklaren.

Met de keuze voor 33 dagen wil ik daarom ook helemaal niet de suggestie wekken dat je na precies 33 dagen Jezus zult hebben leren kennen in zijn volheid. Want het leren kennen van Christus is een kostbaar geschenk dat je moet willen ontvangen, maar dat ook werkelijk van de andere kant gegeven moet worden. Het is in welke vorm dan ook een gebedsverhoring die komt op de door God bepaalde tijd. Jezus vinden is voor alles: ontdekken dat Jezus jou gevonden heeft.

Van mij hoef je dit boek dan ook niet in precies 33 dagen te lezen (het mag natuurlijk wel). Want het gaat niet om een precies aantal dagen, maar om Gods weg met jou. Misschien wil hij dit boek gebruiken om jou een diepere ervaring te geven van Christus’ aanwezigheid en gebruikt hij daarvoor de bladzijden die ik geschreven heb voor dag 27. Misschien gebruikt hij wel de preek die je aanstaande zondag hoort om je in je hart te treffen en je ogen te openen voor de glorie van zijn Zoon. Want ik weet niet precies hoe God te werk gaat. En dat vind ik ook helemaal niet erg. Een ding weet ik wel: hij maakt gebruik van zijn goddelijke woord dat in de handen van de Geest en in de harten van wie in hem geloven een geweldig krachtig middel is om mensenlevens te veranderen en te vernieuwen.

Daarom speelt in dit boek de Bijbel ook zo’n belangrijke rol. Ik moedig ik je aan om voortdurend biddend te lezen en te luisteren. Zonder de Geest van gebed gaat het niet. Alleen hij kan de ogen van je hart openen voor de Christus van de Schriften, die voor ons onthult wat er leeft in het hart van zijn Vader.

Aan hem, die drie-enige God, Vader, Zoon en heilige Geest, is de kracht en de glorie en de majesteit en de lof en de heerlijkheid, vandaag en morgen en in eeuwigheid. Amen.

Jos Douma
Zwolle, zomer 2015