1.4 Ik ben een geur van Christus

God zij gedankt dat hij ons, die één zijn met Christus, in zijn triomftocht meevoert en dat hij overal door ons de kennis over hem verspreidt als een aangename geur.
2 Korintiërs 2:14


Wist je dat jij geroepen bent om de geur van Christus te verspreiden?

Deze bijbelse uitdrukking roept weer heel nieuwe associaties wakker als we verder nadenken over het uitstralen van Jezus. Want geuren hebben een krachtige werking. Laatst liep ik door een winkelstraat. Ik rook van alles: parfums van vrouwen, de wierookgeur uit een New Age winkel, de rook van sigaretten van voorbijgangers, de weedgeur uit een coffeeshop en de benzinegeur van een voorbijknetterende bromfiets.

Bijna elke geur roept direct iets positiefs of negatiefs in je wakker. Je denkt: ‘Hè, wat stinkt dat!’ Of: ‘Zo, wat ruikt dat lekker!’ Zo heb ik in mijn jeugd erge last gehad van hooikoorts. Altijd als ik nu vers gemaaid gras ruik, denk ik daaraan terug en ben ik blij dat alles wat bij hooikoorts hoorde voor mij voorbij is.

Ook in de bijbel speelt geur een rol. De offers die in de tijd van het Oude Testament werden gebracht, hadden als doel dat God kon genieten van de geur ervan die omhoog steeg naar de hemel. Dat horen we nog weer terug in het Nieuwe Testament, waar duidelijk wordt dat het offer van Christus voor God heel aangenaam was: ‘Christus heeft ons liefgehad en heeft zich voor ons gegeven als offer, als een geurige gave voor God’ (Efeziërs 5:2).

En als er in het Hooglied gesproken wordt over de aantrekkelijkheid van de geliefde, gaat het ook over geuren. ‘Zoet is de geur van je huid, je naam is een kostbaar parfum’ (Hooglied 1:3). ‘Zusje, bruid van mij, hoe heerlijk is jouw liefde, hoeveel zoeter nog dan wijn. Hoeveel zoeter is je geur dan alle balsems die er zijn’ (Hooglied 4:10).

In 2 Korintiërs 2 wordt het beeld van het geuren gebruikt om iets duidelijk te maken over de uitwerking van de evangelieverkondiging. Eigenlijk vind ik de vertaling uit 1951 op dit punt wat duidelijker dan de Nieuwe Bijbelvertaling: ‘Maar God zij gedankt, die ons te allen tijde in Christus doet zegevieren en de reuk van zijn kennis allerwegen door ons verspreidt, want wij zijn voor God een geur van Christus onder hen, die gered worden, en onder hen, die verloren gaan; voor dezen een doodslucht ten dode, voor genen een levensgeur ten leven’ (2 Korintiërs 2:14-16).

We leren hier verschillende dingen. In de eerste plaats: in onze verbondenheid met Christus zijn we overwinnaars en wil God door ons de reuk van de kennis van Christus overal verspreiden. Wij mogen in Gods naam dus geurige mensen zijn.

In de tweede plaats: we zijn allereerst voor Gód een geur van Christus. God in de hemel geniet ervan dat wij op aarde een geur van Christus zijn. Zoals in de tijd van het Oude Testament de geur van de offers opsteeg naar de hemel, zo mogen we nu als christenen geurige offers voor God zijn. Hij verheugt zich erover dat wij geurige gaven voor Hem zijn.

In de derde plaats: het geur van Christus zijn heeft twee uitwerkingen. Voor mensen die gered worden is het een heerlijke geur, die ze graag opsnuiven: ‘Zo, wat ruikt dat lekker!’ Voor mensen die verloren gaan is diezelfde geur een stank, waarvoor ze hun neus dichtknijpen: ‘Hè, wat stinkt dat!’ Het is dus één en dezelfde geur. Als christenen hoeven we niet twee geuren te verspreiden: een heerlijke geur, zodat mensen worden getrokken tot Christus en een vieze stank, zodat mensen worden afgestoten. Zo is dat ook in het dagelijkse leven: wat de een een heerlijke geur vindt, vindt de ander juist stinken. Wierook bijvoorbeeld, of vers gemaaid gras.

Het beeld van geur van Christus zijn, legt sterk de nadruk op het element van onze houding als christenen. Het heeft te maken met de sfeer die we meebrengen, waar we ook zijn. En de vraag die we onszelf kunnen stellen, luidt zo: Wat ervaren mensen als ze met ons in aanraking komen? Komen ze dan binnen in een sfeer van liefde en aanvaarding, van verbondenheid en kracht? Of worden ze geconfronteerd met zelfgenoegzaamheid en trots, met controlezucht en egoïsme? Want echt, mensen proeven heel snel wat je als het ware uitademt, en ze voelen heel snel aan wat voor klimaat je met je meebrengt.

Wat ruiken mensen als ze met jou omgaan? Een geur van Christus?


Here Jezus Christus, dank U voor de sfeer van liefde en kracht, van aanvaarding en eerlijkheid die er om U heen is. Leer me in die sfeer te leven en om voor God en voor mensen een geur van Christus te zijn. Laat het me zien en merken als ik een onaangename geur verspreid doordat ik niet in verbondenheid met U leef. En geef dat het zo mag zijn, dat mensen graag met me omgaan, omdat ze dan iets van uw goedheid proeven. Amen.